Opname - Dagbehandeling Dam
Voor wie?
De afdeling Dam, op campus Melle, richt zich naar jongeren tussen 15 en 25 jaar, die een probleem hebben met illegale drugs. Het groepstherapeutische deel van de behandeling vraagt dat jongeren in groep kunnen functioneren.
Voor de langere trajecten vragen we dat minstens één steunfiguur uit de omgeving van de jongere bereid is om actief betrokken te worden bij het behandelproces; meestal zijn dit de ouders of stiefouders. Als open afdeling zijn wij minder geschikt voor jongeren die gedwongen opgenomen zijn en vluchtgedrag vertonen.
Waar werken we samen naartoe?
In een korter traject (fase 1)
Streven we ernaar om de jongere meer duidelijkheid te geven in zijn/haar keuze omtrent druggebruik. Tegelijkertijd proberen we de veranderingsbereidheid te vergroten. De meest acute problemen op vlak van administratie en huisvesting worden in kaart gebracht en indien mogelijk aangepakt.
De jongere krijgt een advies over de meest geschikte behandeling op dit moment en wordt begeleid in het maken van zijn eigen keuze hierin. Als er sprake is van een vervolgbehandeling wordt de jongere hierop voorbereid en geholpen bij het leggen van de nodige contacten hiervoor.
In een langer traject (fase 2 en 3)
Richten we ons in de eerste plaats op het stoppen van het middelengebruik. Hierdoor wordt het opnieuw mogelijk om een leven uit te bouwen dat de jongere toelaat een passende en bevredigende plek te vinden in onze samenleving. Dat is dan ook het uiteindelijke doel van ons aanbod.
In fase 2 begeleiden we de jongeren voornamelijk in:
- Het maken van een stabiele keuze op vlak van middelengebruik
- Het effectief zetten van de nodige stappen in functie van het voorkomen van een terugval (bijvoorbeeld m.b.t. loslaten van bepaalde gewoontes)
- Het vergroten van inzicht in het levensverhaal.
- Het versterken van de nodige vaardigheden om een terugval te kunnen voorkomen.
- Het geloven in hun slaagkansen en het positiever denken over zichzelf.
- Het beginnen herstellen van het contact met de (voornaamste) steunfiguren en het aangaan van nieuwe contacten.
- Het ontwikkelen van een voldoende gevarieerde en passende vrijetijdsbesteding.
- Het verkrijgen van meer controle over het eigen gedrag.
- Het verhogen van zelfredzaamheid, afgestemd op de leeftijd en rekening houdend met een eventuele bijkomende psychiatrische problematiek.
- Het omgaan met een eventuele bijkomende psychiatrische problematiek.
- Het voorbereiden van dagbesteding/woonsituatie.
In fase 3 verleggen we het accent naar:
- Het voorbereiden op school of werk: van het leggen van de eerste contacten tot het effectief uitvoeren van deze nieuwe dagbesteding.
- Het integreren van de geleerde vaardigheden, rekening houdend met de eigen mogelijkheden en interesses.
- Het uitbouwen en versterken van sociale en familiale contacten.
- Het realiseren van een zo geleidelijk mogelijke overgang van opname naar zelfstandig functioneren.
Wat bieden we aan?
In een korter traject (fase 1)
- Een verblijfsduur van 3 weken of korter.
- Een vaste, steeds terugkerende dagstructuur.
- Intensieve individuele begeleiding door verpleegkundigen en de maatschappelijk werker. Aangevuld met gesprekken met de dichtste omgeving (voornamelijk de ouders).
- Individuele consulten bij de psychiater.
- Verbale en non-verbale groepstherapieën zoals: infolessen verslaving, motivatiesessies, muziektherapie, lichaamsgericht werken, sport, creatieve therapie, stilstaan bij zichzelf in groep onder begeleiding van de psychologe…
- Een wekelijkse bespreking van de evolutie en verder te nemen stappen, in nauw overleg met de jongere en zijn omgeving.
In een langer traject (fase 2 en 3)
- Een verblijfsduur van ongeveer 4 maanden; de exacte duur wordt individueel bepaald, volgens wat nodig/gewenst is.
- Een vaste steeds terugkerende dagstructuur.
- Een gevarieerd aanbod aan verbale en ervaringsgerichte groepssessies, zoals: infolessen verslaving, psychomotorische therapie, sessies begeleid door een psycholoog vaardigheidstraining, hippotherapie, muziektherapie…
- Vanaf fase 3 wordt dit programma aangepast zodat het opbouwen van een leven buiten het ziekenhuis alle kansen krijgt. Indien nodig doen we hierbij beroep op de ziekenhuisschool.
- Een maandelijkse bespreking van de evolutie, in nauw overleg met de jongere en zijn omgeving.
- Een intensieve begeleiding door de volgverpleegkundige.
- Individuele consulten bij de psychiater.
- Individuele opvolging door de maatschappelijk werker.
- De volgverpleegkundige en maatschappelijk werker betrekken de familie/context.
- Groepssessies voor familieleden.
- Op indicatie: individuele psychologische begeleiding en/of gezinsbegeleiding.
- Op indicatie: individuele ontlading, individuele relaxatie.
- Op indicatie: dagtherapie.
Fase 3 kan afgerond worden met enkele weken nachthospitalisatie. Na het verblijf op de afdeling kunnen jongeren die dit wensen en nodig hebben terecht in het tussenhuis, waar zij 6 tot 9 maanden zelfstandig kunnen wonen, onder begeleiding van de maatschappelijk werker.
Tot een jaar na opname bieden wij nazorg aan, onder de vorm van ambulante gesprekken.
Vanuit welke visie werken wij?
We richten ons op totale abstinentie, omdat dat naar onze overtuiging (ondersteund door diverse wetenschappelijke studies) het enige zekere antwoord biedt op het controleverlies dat een verslavingsproblematiek kenmerkt.
De problemen bij middelenafhankelijkheid zijn meestal complex. De verschillende factoren die het ontstaan, de ontwikkeling en de gevolgen van de verslaving bepalen, situeren zich op het biologische, psychologische of sociale domein en zijn onderling sterk verweven. De behandeling richt zich bijgevolg op al deze domeinen.
We hechten veel belang aan het tot stand brengen van een therapeutische werkrelatie. Ons therapeutisch aanbod is verder gebaseerd op de gedragstherapie, de cliëntgerichte therapie, de cognitieve therapie, de systeemtherapie en integreert ook methodieken die voornamelijk non-verbaal en ervaringsgericht zijn.
We hebben een therapeutische én een pedagogische opdracht, die beide evenveel belang hebben.
Als er naast de verslaving sprake is van een bijkomende problematiek behandelen we die zo goed als mogelijk samen met de verslaving.
We beschouwen de naaste familie als belangrijke partners in het behandeltraject.
Aangezien verslaving een chronische problematiek is die een relatief lange herstelperiode vereist, houden we de begeleiding lang aan en bouwen we die geleidelijk af.